Maak samen een beleefroute bij het thema ‘Reis mee!’
Deze fantasiekaart is gemaakt in het kader van de kinderboekenweek in 2019.
Bij het thema ‘Reis mee!’ is één fantasiekaart gemaakt met een werkdocument van vijf verschillende pagina’s. Kies samen met de kinderen een thema en laat elk kind een deel van de beleefroute uitwerken.

Kleuters en onderbouw De fantasiekaart is gericht op de midden- en bovenbouw. Het idee van de fantasiekaart en het werkdocument kunt u ook in de onderbouw gebruiken. Kies een (eenvoudig) thema. Vraag in de kring naar de ideeën van de kinderen: Wat zou je kunnen maken? Laat daarna net als in de andere groepen elk kind een eigen werkstuk maken.
Hoe werkt het?
Het werkdocument heeft 5 pagina’s. Op elke pagina staat een dubbele routelijn en één of twee kaders voor een foto. De routelijn loopt door over de pagina’s. Pagina 5 sluit ook aan op pagina 1. Zo kan de route eindeloos doorlopen.
Werk met de fantasiekaart of volg deze stappen:
- Kies samen met de kinderen een thema voor de beleefroute: avonturen aan zee, herinneringen aan de speeltuin, reis door mijn favoriete boek, het land van mijn dromen, …
- Kies of overleg met de kinderen met welke materialen (kleurpoltoden, stiften, verf, knippen en plakken, één kleur stift, …) ze gaan werken.
- Laat de kinderen een pagina uit het werkdocumentkiezen. (Let op! Op = op. Bied evenveel pagina’s aan als het aantal leerlingen, zie aanwijzingen voor printen hierboven.)
- Laat de kinderen aan hun werkstuk werken.
- Maak de beleefroute. Puzzel de werkstukken van de kinderen zo aan elkaar dat er een doorlopende routelijn ontstaat.
- Hang de werkstukken op. Of maak een lange beleefroute op de grond waar je langs kunt lopen. Of verbind de beleefroute met de beleefroute van een andere groep. Of …
Steropdracht
- Fantaseer er op los! Vertel een verhaal bij de tekening van een ander.
- Nog meer fantasie over: Wie kan een verhaal bedenken dat gaat over twee tekeningen die naast elkaar hangen?
Werkdocument
Zo zorg je ervoor dat de routelijn over alle pagina’s doorloopt:
Bepaal het aantal prints Aantal leerlingen gedeeld door 5 en afronden naar boven. Voorbeeld: 28 leerlingen. 28 : 5 = 5.6 Print het werkdocument 6 keer.
Leg de laatste pagina’s weg Leg van de laatste set de pagina’s die over zijn weg. Voorbeeld: 28 leerlingen. Er zijn 30 pagina’s geprint. Leg de laatste 2 pagina’s weg.
